Dit werkboek is geschikt om te gebruiken als extra werk, pluswerk of om te gebruiken in de plusklas. Het werkboek is ontwikkeld voor kinderen uit groep 6, 7 en 8.
Dit werkboek gaat over beeldhouwkunst. Eerst komen de verschillende materialen en technieken, de geschiedenis van de westerse beeldhouwkunst en een overzicht van de niet-westerse beeldhouwkunst aan bod. Na een hoofdstuk over de specifieke eigenschappen van beelden die buiten staan, wordt in het laatste hoofdstuk nagedacht over wat (beeldhouw)kunst nu eigenlijk is.
Beelden zijn overal. Als je erop gaat letten, zie je er steeds meer. Ze zijn oud of modern. Je vindt ze mooi, lelijk, grappig of ontroerend. Maar hoe ontstaat zo’n beeld eigenlijk? En wanneer is iets beeldhouwkunst?
Inhoud:
- Hoe maak je een beeld?
- Westerse beeldhouwkunst tot en met de Renaissance
- Westerse beeldhouwkunst na de Renaissance
- Niet-westerse beeldhouwkunst
- Beelden voor buiten
- Beeldhouwwerk of niet?
- Ik wil meer!
Soorten opdrachten:
Aan het einde van elk hoofdstuk staan drie opdrachten:
a) is een korte individuele opdracht die waarschijnlijk zelfstandig kan worden ingevuld;
b) is een uitgebreidere individuele opdracht waarbij mogelijk sturing van de leerkracht nodig is;
c) is een opdracht die samen met anderen wordt gedaan, bijvoorbeeld in tweetallen, met een groepje of de hele klas.
Afhankelijk van het niveau van het kind en de beschikbare tijd kan de leerkracht ook aangeven dat een leerling bijvoorbeeld alleen de a)- en/of b)-vragen doet.
Tijdsplanning:
Bij de ontwikkeling van het boek is ervan uitgegaan dat er zes weken lang drie uur per week aan gewerkt wordt. Op die manier kan elke week één hoofdstuk worden doorgewerkt. In het eerste uur leest de leerling de tekst van het hoofdstuk en wordt opdracht a) ingevuld. Het tweede uur kan volledig worden besteed aan opdracht b) en het derde uur aan opdracht c). Deze planning is slechts een richtlijn en kan naar eigen inzicht worden aangepast.
Benodigdheden:
Dit werkboek is erop gericht om leerlingen zelfstandig te laten werken. De teksten en opdrachten in de hoofdstukken verwijzen bewust niet naar websites of naslagwerken voor meer informatie. Zo hebben leerlingen geen toegang tot internet of een bibliotheek nodig om uit dit werkboek te kunnen werken. Ook is voorzien in ruimte om de vragen te beantwoorden. Het enige dat een leerling nodig heeft om met het werkboek te werken, zijn schrijf- en tekenspullen (pen, potloden, liniaal).
Meer doen met leren in Ik wil meer!
Achter in dit werkboek staan suggesties waarmee dieper op het thema kan worden ingegaan. In de lijst met suggesties staan boeken, musea, spellen en activiteiten. Voor deze opdrachten is wel vaak extra materiaal, toegang tot internet etc. nodig.
Introductie en begeleiding:
Voor de werkhouding en motivatie van de leerling is het belangrijk dat de tijd wordt genomen om het werkboek te introduceren en het doel ervan uit te leggen. Spreek duidelijk af wat er van de leerling wordt verwacht (inclusief tijdsplanning) en wanneer er tijd is voor hulp en begeleiding. Ook bij verrijkingsmateriaal hebben leerlingen namelijk (beperkte) sturing nodig, anders leren ze er niet van. Als een leerling hulp nodig heeft bij het doorwerken van verrijkingsmateriaal, betekent dit dus zeker niet dat het verrijkingsmateriaal te moeilijk is. Verder is het belangrijk om tijdens de contactmomenten te bespreken wat de leerling van de stof vindt.
Beeldhouwkunst, Verrijkingswerk voor de groepen 6, 7 en 8.
Auteur: Sandra van Bijsterveld
Omvang: 58 pagina's, voldoende voor 6 verrijkingsweken, set van 5 stuks.
Specificaties van Verrijkingswerk Beeldhouwkunst
Bestelnummer |
BEK10688 |
Groepen |
Groep 7, Groep 8 |
Aanbevolen leeftijd |
9-12 jaar |
Merk / Uitgever |
Eduforce |
EAN / ISBN |
9789491510441 |