ThiemeMeulenhoff
In Puzzelen met Werkwoordspelling komt de leerling in aanraking met de meest voorkomende spellinggevallen over het werkwoord. Uitgangspunt is steeds een stukje theorie over een werkwoordsvorm, waarna daarover specifieke oefenstof volgt. In de tweede helft van het boek is de theorie verdwenen en komen alle werkwoordsvormen via veel oefenstof nog eens aan de orde. De volgende werkwoordsvormen worden achtereenvolgens behandeld:
A. Persoonsvorm - B. Tegenwoordige/verleden tijd - C. De stam - D. 'tk(o)fsch(i)p - E. De tijden van het werkwoord - F. Sterke en zwakke werkwoorden - G. Het voltooid deelwoord - H. Het onvoltooid of tegenwoordig deelwoord - I. Het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord.
De oefenstof is geschikt voor leerlingen in groep 7 en 8.