Dagelijkse voorwerpen en hun gebruik leren kennen en noemen. “Wat doe ik waarmee?”
Woordenschat uitbreiden, zinsbouw, categoriseren, concentratie en geheugen
De spellen zijn ontwikkeld voor jonge kinderen met een leerbeperking. Ze kunnen zowel bij individuele leerondersteuning/remedial teaching, waarbij de spelleider de tweede speler is, als in een kleine groep van maximaal 4 spelers worden gebruikt.
Motieven:
• kam – haren (kammen) • zeep – handen (wassen) • handdoek – vaat (afdrogen) • tandenborstel – tanden (poetsen) • lepel – soep (eten) • rietje – sap (drinken) • mes – brood (smeren) • schilmes – aardappels (schillen) • blikopener – blik (openen) • waterketel – thee (zetten) • potlood – kaart (schrijven) • kwast/penseel – schilderij (verven) • schaar – ster (uitknippen) • lijm/plaksel – auto/speelgoed (plakken/lijmen) • racket – shuttle/pluimbal (slaan) • luchtpomp/fietspomp – band/wiel (oppompen) • naald – knoop (aannaaien) • handveger – vuil (bijeen vegen) • gieter – bloem (gieten) • lucifer – kaars (aansteken) • (blok)fluit – lied (spelen) • verrekijker – vogels (kijken) • zaag – plank (doormidden zagen) • net/schepnet – vis (vangen)
Specificaties van Gambini Objecten en hun gebruik
Bestelnummer |
BEK14064 |
Groepen |
Groep 1, Groep 2, Groep 3, Groep 4 |
Merk / Uitgever |
Schubi |
EAN / ISBN |
4006810135945 |