Delubas
Met de acht Jippie!-boeken oefenen beginnende lezers uit groep 3 en 4 extra met lezen. Want hoe meer je oefent, hoe beter het gaat. En hoe beter het gaat, hoe leuker het wordt. Meer leesplezier dus!
Leesbegrip en leesplezier als basis
Elk deel uit de Jippie!-serie bestaat uit een doorlopend verhaal dat elke twee hoofdstukken iets moeilijker wordt. Zo ontwikkelen kinderen geleidelijk hun leestechniek. De opdrachten bij elk hoofdstuk zijn zo opgezet dat het niet nodig is om te schrijven: je beantwoordt de vragen door een rondje te kleuren, een lijn te trekken of een tekening af te maken. Dankzij de verschillende AVI-niveaus (AVI-Start t/m M4) kun je Jippie! inzetten voor kinderen die moeite hebben met lezen, maar ook voor vlotte lezers die juist al wat meer aankunnen.
- extra oefening voor beginnende lezers
- technisch en begrijpend lezen gecombineerd
- zeer geschikt voor zelfstandig werken
Doordat Jippie! technisch lezen combineert met begrijpend lezen, duiken kinderen met plezier hun boek in. Door de AVI-aanduiding op de boeken kies je heel eenvoudig het juiste boek voor ieder kind.
AVI-Start tot en met AVI M4
Er zijn acht Jippie!-leesboekjes: twee boekjes per niveau van AVI-Start t/m M4. Ieder leesboekje bevat een doorlopend verhaal waarvan de moeilijkheid per twee hoofdstukken oploopt: er wordt steeds één woordtype extra geïntroduceerd. Zo biedt elk boekje in totaal zestien woordtypen aan.
Voor sterkere en zwakkere beginnende lezers
In groep 3 en 4 kan het leesniveau van kinderen flink uiteenlopen. Jippie! kun je inzetten voor álle beginnende lezers in die groepen! Dankzij de verschillende AVI-niveaus zijn er zowel Jippie!-boeken voor de vlotte lezers in het begin van groep 3, als voor kinderen in groep 4 die juist wat meer moeite hebben met lezen.
Opdrachten zonder schrijven
Jonge kinderen – zeker in het begin van groep 3 – zijn vaak motorisch nog niet in staat om goed te schrijven, maar willen wél heel graag lezen en verder leren. De opdrachten van Jippie! beantwoord je daarom door simpelweg een rondje te kleuren, een lijn te trekken, een kruisje of nummer te zetten of een tekening af te maken. Dankzij pictogrammen zien de kinderen precies wat ze bij elke opdracht moeten doen.