Executieve functies deel 2

Executieve functies bij jonge kinderen.

Zaken zoals geconcentreerd werken en uitstellen van behoefte hebben te maken met een reeks onderliggende competenties. Deze competenties worden executieve functies genoemd. Een bekender woord is zelfsturing, dit woord maakt inzichtelijk waar het om gaat: niet om discipline, structurering en het bijbrengen van gehoorzaamheid door volwassenen, maar om aansturing door het kind zelf en inzicht in eigen handelen. Het wordt eigenaar van zijn eigen gedrag en leert daar richting aan geven.

Als kinderen naar school gaan, moeten ze in toenemende mate allerlei taken uitvoeren. Deze taken doen niet alleen een beroep op hun denkvermogen, maar ook op hun concentratie, taakgerichtheid en zelfstandigheid.

Het ontwikkelen van vaardigheden:

Taakinitiatie/ taakgerichtheid

Het vermogen om zonder dralen aan een taak te beginnen, op tijd en op een efficiënte wijze. Een jong kind kan nadat het aanwijzingen heeft gekregen met een karweitje of opdracht beginnen. Sommige kinderen vinden het moeilijk om zonder uitstel aan een taak te beginnen, moedig ze aan om gelijk te beginnen, deel de taak eventueel in kleine stukken, laat het kind bedenken hoe en wanneer hij de taak doet of laat het kind bedenken hoe je hem kunt aansporen.

Volgehouden aandacht/ concentratie

Een jong kind kan een karweitje van 5 minuten voltooien zonder enig toezicht.
Afleiding, vermoeidheid, verveling, het is moeilijk om dan goed aan een taak te blijven werken. Vergoot langzaam de spanningsboog, maakt de taak interessant en geeft complimenten voor de inzet.

Een kind dat alles uit handen wordt genomen leert niet om beslissingen te nemen, leert niet in te schatten hoe lang hij met een karweitje bezig is, leert wel dat een ander het beter kan en zal niet zelfstandig aan een opdracht durven beginnen.

Door: Willeke Rol - www.brightkids.nl